Reparatiewet aangenomen door parlement
In navolging op de instemming van de Tweede Kamer op 8 juni 2021 heeft de Eerste Kamer op 28 september 2021 ook ingestemd met het Reparatiewetsvoorstel dat de uitvoering van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd) moet verbeteren.
Inwerkingtreding
De datum van inwerkingtreding moet bepaald worden in een apart besluit. Dit volgt op een later moment.
Rechtsbescherming
De Wvggz en Wzd zijn op 1 januari 2020 in werking getreden en geven regels voor gedwongen zorg. De regering en de betrokken partijen hechten grote waarde aan een zorgvuldige uitvoering van gedwongen zorg – dat altijd een uiterst middel moet zijn en de rechtsbescherming van personen in een heel kwetsbare positie. Tegelijk moeten we kritisch blijven kijken of procedurele stappen die ten koste gaan van de tijd die wordt besteed aan goede zorgverlening echt bijdragen aan een betere rechtsbescherming.
Wijzigingen
Met de reparatiewet wordt de uitvoering op een aantal punten verbeterd. Het gaat om punten van technische aard met breed draagvlak bij de brancheorganisaties, professionals én patiënten en cliënten. We noemen enkele wijzigingen.
Wvvgz
Een van de procedures in de Wvggz wordt vereenvoudigd door het schrappen van de extra medische verklaring voordat een crisismaatregel of verlenging daarvan kan worden beëindigd. Daarmee is het makkelijker om de verplichte zorg te beëindigen, zoals de wet ook wil (dwang als uiterst middel).
Ook wordt in de Participatiewet geregeld dat iemand die gedwongen is opgenomen recht houdt op algemene bijstand.
Wzd
In de Wzd wordt de procedure voor het vaststellen van wilsonbekwaamheid op verzoek van het veld vereenvoudigd. Door de Tweede Kamer is een clausule toegevoegd die de rechter de mogelijkheid geeft om onder omstandigheden iemand met een psychische stoornis op te laten nemen met een Wzd-machtiging.
Ook wordt de externe deskundige vervangen voor een onafhankelijke deskundige, waarmee de eis dat deze niet in dienst mag zijn van de zorgaanbieder komt te vervallen.